Vroeger was het op veel plaatsen gebruikelijk dat de priesters met krijt op de deurposten kwamen schrijven: C+M+B en het jaartal. De letters stonden voor de namen van de Drie Koningen: Caspar, Balthasar en Melchior. Maar ook voor ‘Christus mansionem benedicat’: Christus zegene dit huis. En een derde betekenis omvatte de drie tekenen aan het begin van het evangelie die vertelden wie Jezus was: de bruiloft van Cana, waar Jezus water in wijn veranderde, de Magi (Wijzen) die Hem kwamen aanbidden met goud, wierook en mirre, en het Baptisma (Doopsel), waarbij de hemel openging en de stem van God klonk over de Jordaan: ‘Dit is mijn veelgeliefde Zoon, luister naam Hem!’

Niet meer wordt het op de deur geschreven, maar inmiddels is het gebruik ingeburgerd een kaart met dezelfde tekst een plek te geven in huis. In het weekend van Drie Koningen zijn ze uitgedeeld.