De bedoeling van de kerk is om de opdracht en zending van Jezus voort te zetten. Het gaat om het Rijk van God te verkondigen en om het nabij te brengen. In die zin hebben alle gelovigen een zending en daarom spreekt de kerk van het “algemeen priesterschap”. Wij willen ons als gelovigen allemaal verantwoordelijk voelen om deze aarde bewoonbaar te maken.

In de organisatie van de kerk kennen we ook een opdracht die aan mensen gegeven wordt en die gaat gepaard met een wijding. We kennen de bisschop, de priester en de diaken. De ontwikkeling en betekenis van deze ambten in de kerk zijn de afgelopen 20 eeuwen heel verschillend geweest. In deze tijd legt de kerk de nadruk op het “dienstwerk” van de ambtsdrager. Gewijde ambtsdragers krijgen een zending om mens en kerk te dienen door verkondiging, eredienst, zielzorg en diaconie. Vier belangrijke elementen bepalen het belang van de ambtsdrager.

Op de eerste plaats moet er sprake zijn van een roeping, een charisma. Een persoonlijk gegrepen zijn door de Boodschap van Jezus Christus; een innerlijke overtuiging dat God jou nodig heeft en jij je talenten in wilt zetten voor mens en wereld. Ten tweede: wie het dienstwerk van de kerk wil doen, moet ook over een zekere deskundigheid beschikken. Er is scholing en verdieping nodig om alle taken op een goede en verantwoorde wijze te doen. Drie: door handoplegging word je door de bisschop gewijd tot diaken of priester en zo word je in het ambt opgenomen. Tenslotte: de aanvaarding. Waar je als ambtsdrager komt te werken moet je ook door de mensen voor wie je werkt aanvaard worden. Door luisteren, medeleven, hulp in woord en daad komt je werk en je roeping pas goed tot zijn recht.

Bij deze elementen staat niet het celibaat vermeld. Toch is dat voor priesters en bisschoppen een voorwaarde om gewijd te kunnen worden. Alleen gehuwde mannen kunnen diaken gewijd worden en zijn dan ook ambtsdragers in de kerk.

Steeds vaker zien we in onze tijd dat in een parochie door veel mensen in saamhorigheid het “dienstwerk” wordt verricht. De vele vrijwillig(st)ers die ook hun talenten inzetten om de opdracht en zending van de kerk waar te maken. Daarom zegt de apostel Paulus: “Er zijn vele gaven, er is één Geest.” De gewijde ambtsdrager staat dan. als leidinggevende, maar vooral als een inspirerende kracht in deze levende gemeenschap.